Onderzoek met analytische tekeningen naar de Mutual Heritage van de houten stad Paramaribo.

 
 
eerste fase ca 1770
tweede fase ca 1900-1920
derde fase ca 1925
vierde fase ca 1930
vijfde fase, herbouw na brand 2008
Het bouwblok aan de Waterkant / de Mirandastraat
Gebouwen, erven en bomen van het bouwblok aan de Waterkant / de Mirandastraat
Parkeerplaatsen van het bouwblok aan de Waterkant / de Mirandastraat
Erven en entrees van het bouwblok aan de Waterkant / de Mirandastraat
Het bouwblok in zijn omgeving
1 /12
  • Opdrachtgever

    ®MIT TUDelft

  • status

    gepubliceerd

  • publicatie

    Bulletin KNOB, maart 2010

Paramaribo is een houten stad, bepaald door zijn koloniale geschiedenis en gevormd door de ambachtelijke technieken die kenmerkend zijn voor het Caribisch gebied. Ondanks grote sociale tegenstellingen en de geschiedenis van onderdrukking en dwang heeft de stad een grote coherentie die ook nu, ondanks verwoestende branden en grote maatschappelijke veranderingen, overeind blijft.

Met analytische tekeningen onderzocht DaF-architecten een nieuwe, op de toekomst gerichte interpretatie van de architectonische kwaliteiten van de historische binnenstad van Paramaribo. Deze interpretatie gaat in op de historische stedenbouwkundige aspecten van de stad die voor de toekomstige ontwikkeling van belang kunnen zijn, zoals de landschappelijke oriëntatie op de rivier en het grote multifunctionele bouwblok. Paramaribo is volgens deze interpretatie niet alleen een stad geweest met houten herenhuizen, maar ook het centrum waar verschillende bevolkingsgroepen samenkwamen. Om dit invaart te brengen is er meer onderzoek nodig naar de tussenruimtes en kleine woningen. Juist de groene erven en lommerrijke straten, de kleine huizen en de verblijven van slaafgemaakten in het bijzonder, vormen het fundament van de stad en getuigen van de turbulente sociale geschiedenis van Suriname.

De groei van de stad volgens Temming Groll
Houten huis op neuten aan de Nassylaan. Foto Temming Groll
1 /2
 

In de jaren zestig en zeventig publiceerden de Nederlandse architecten Ozinga, Temminck Groll en Volders onafhankelijk van elkaar een aantal studies naar de houten gebouwen van Paramaribo. In hun publicaties geven de drie auteurs vanuit verschillende perspectieven en aan de hand van beschrijvingen, technische opnames en foto’s een beeld van deze stad. De drie publicaties staan aan de basis van de plaatsing van Paramaribo op de Unesco Werelderfgoedlijst in 2002. In het nominatiedossier wordt Paramaribo omschreven als coherente, achttiende-eeuwse houten stad. Een voorbeeld van Mutual Heritage die ontstaan is binnen het repressieve Nederlands koloniale systeem.

Paramaribo heeft echter sinds de jaren zestig en zeventig een enorme en dynamische ontwikkeling doorgemaakt die anno 2009 op het eerste oog slechts weinig overeenkomsten vertoont met de papieren weergave van Ozinga, Temminck Groll en Volders. De waardering voor het eigen erfgoed wordt overschaduwd door de negatieve interpretatie van het koloniale verleden. Om het idee van Mutual Heritage te laten werken moet men zich niet fixeren op de grote meesterswoningen uit de 18de en 19de eeuw. Juist de veranderingen in het stedelijk weefsel, de kleine houten huizen, de volkswoningen op voormalige plantages, de Bruinzeel huizen uit de jaren zestig, vertellen het verhaal vanuit andere gezichtspunten.

Dit onderzoek naar de beschrijving en waardering van de 18de, 19de en 20ste-eeuwse houtbouw in Paramaribo is verricht ten behoeve van het ‘Conservation Management Plan’ van de UNESCO in samenwerking met de vakgroep Heritage van de TUDelft. (Bulletin KNOB, 2009).