Het rijksmonumentale koetshuis in Het Park van Zochers in Rotterdam is na vele jaren leegstand getransformeerd in een bruisende plek met 3 woningen en een café met terras

 
 
 
 
1 van de 3 nieuwe kelders
mogelijke benaderingen nieuwe gevelopeningen
bestaande toestand
met nieuwe gevelopeningen
 
 
 
 
 
 
 
 
café Parqiet
café Parqiet
café Parqiet
 
1 /20
  • locatie

    Baden Powelllaan, Het Park, Rotterdam

  • opdrachtgever

    particulier

  • opdracht

    2014

  • opgeleverd

    2016 en deel 2 in 2020

  • oppervlak

    365 m2

  • programma

    horeca, en 3 woningen

  • samenwerkingen

    Brefu funderingstechnieken

  • aannemer

    Bosporus bouw

  • constructeur

    ATKO

Transformatie Koetshuis in Het Park
Het rijksmonumentale koetshuis in Het Park van Zochers in Rotterdam, is na vele jaren leegstand getransformeerd in een bruisende plek met drie woningen en een café met terras.
Het koetshuis is in 1858 ontworpen door J.F. Metzelaar in opdracht van de eigenaar van het landgoed ‘de Heuvel’, J.A. Nottebohm. De bijzonderheid van het gebouw schuilt in de vermenging van functies en de monumentale ornamentiek van de voorgevel – een beeldbepalende folly in het 19de eeuwse park. Op de begane grond bevonden zich het koetshuis en de stallen voor paarden en rundvee. Het hoge bouwdeel aan de voorkant bevatte de koetsierswoning en een apart bereikbare tuinkamer met veranda. Vanuit deze kamer kon de heer Nottebohm de wekelijkse uitvoering van het muziekkorps in het park bijwonen.

De gesloten begane grond was uit de aard van de voormalige functie erg gesloten met enkel twee grote deuren en een paar hoge ventilatievensters. Met een aantal ingezaagde ramen en deuren is de gevel open gemaakt. De nieuwe gaten hebben dezelfde afmetingen als de oorspronkelijke ramen en deuren maar dan zonder de vlakverdeling. De interne transformatie van het gebouw combineert funderingsherstel met deels onderkeldering en isolatie van dak en binnengevels.

De horizontale opbouw is subtiel in een verticale organisatie getransformeerd waarbij iedere woning een hoge loft als begane grond heeft met lambrisering die aan de stal herinnert. Bergingen en sanitair zijn in het nieuwe souterrain ondergebracht. De voormalige hooizolder is opgedeeld en bij de woningen getrokken waarbij het dak onzichtbaar geïsoleerd en vernieuwd is en verholen dakramen zijn toegevoegd. De koetsierswoning was als enige bewoond voor de transformatie en is gerenoveerd.
Ingrepen in de gevel zijn uitgebreid onderzocht in variantenstudies en besproken met de commissie Welstand en Monumenten Rotterdam.